
Luid gakkend vliegen de ganzen over mijn hoofd richting de weilanden buiten het duin. Terwijl de vogels zich druk maken om genoeg te eten voor de winter valt, zijn de damherten alleen maar gefocust op hun hormonen.
Mijn top drie in oktober: regen, wind en bronst.

De voorspelling voor vandaag is wisselvallig weer. Het begint in ieder geval bewolkt, maar ik hoop dat er vaak genoeg een zonnetje doorheen kan prikken. Al snel tref ik een jonge man die zijn plek probeert op te eisen aan de rand van het bronstgebied. Met zijn tong uit zijn mond is hij druk doende om een bronstkuil te graven.

Wandelaars lopen voorbij en drijven de jonge heer mijn kant op. Precies achter het hert breekt de zon door. Als hij langsloopt blijf ik afdrukken om de ringen van de zon te vangen. Nog even probeert hij een burl te geven, maar voor hem is het nog net te vroeg. Het lijkt net op een stomme film uit de jaren ’20.

Niet veel later tref ik een ander jong mannetje aan dat heel nieuwsgierig blijkt. Doordat hij iets hoger staat dan ik, kan ik hem tegen een mooie vage voorgrond fotograferen. Telkens als ik iets lager ga zitten, zet hij een stapje naar voren om te kijken waar ik mee bezig ben.

Maar uiteindelijk ben ik toch op zoek naar de grotere heren van het duin. Hoewel zij nog steeds niet talrijk aanwezig zijn, kom ik hen vaker tegen dan afgelopen jaar. Een van de herten lijkt in mij een goede vriend van vroeger te herkennen. Op korte afstand besluit hij te gaan rusten en kan ik voorzichtig een aparte kadering kiezen om zijn gewei uit te laten komen. Terwijl sommige heren mooie symmetrische geweien dragen, heeft mijn nieuwe vriend een geheel asymmetrisch, maar wel erg mooi gewei.

De ochtend eindigt prachtig met een volle zon op een veld met een hinde. De waterdruppels op het gras fonkelen en door het tegenlicht zie je de winterharen al uit haar vacht schieten. Het lijkt wel alsof zij vanochtend te druk was om nog even een kam door haar vacht te halen.
