De keuze voor een foto van de maand was dit keer niet erg moeilijk, want ik heb niet veel foto’s gemaakt afgelopen maand. Hoewel februari ons nog een prachtige dag met sneeuw schonk, heb ik bijna geen beeld geschoten. Wat ik zocht was er niet en wat ik vond bood mij eigenlijk totaal geen inspiratie.
In januari verloor ik mezelf helemaal in de reeën. En misschien kon daardoor op deze mooie dag in februari eigenlijk niks meer toppen aan dat gevoel. Het klinkt misschien raar om te zeggen dat je 5 uur door de sneeuw kunt ploeteren van oost naar west door de duinen zonder ook maar een geheugen kaartje vol te schieten. Maar toch is het zo.
Alleen de wilde zwanen (Cygnus cygnus) deden mijn hart sneller kloppen. In het verleden hebben ze dit al eerder gedaan. Een groot gedeelte van de winter van 2010 bracht ik door in hun gezelschap.
En eigenlijk is het ook helemaal niet zo erg zo erg om bijna geen foto te maken. Je loopt door een van Nederlands mooiste landschappen compleet met een dikke laag witte sneeuw en een heerlijk warm winters zonnetje.
Normaal gesproken ben ik iemand die natuur vooral groot bekijkt: dier in het landschap of een portretfoto. Maar ditmaal ben ik eens klein gaan denken. Nu de bladeren van de bomen vallen zie je in de Amsterdamse waterleidingduinen wat makkelijker de “echte natuur”. Het ontgaat niemand dat er overal damherten lopen in de AWD, maar hoe vaak zie je eigenlijk een dood hert? De natuur is snel in het verwerken van een gestorven dier. Sommigen zijn in enkele weken al opgegeten en verteerd door vossen, roofvogels en allerlei insecten.
Ik bespaar jullie de iets meer grafische foto’s die ik gemaakt hebt en heb een close-up gekozen voor foto van de maand. Voor mij was het de eerste keer dat ik eens goed naar de mond van een damhert keek. Ik vermoed dat het smaakpapillen zijn waar wij naar kijken, maar ik heb het nog niet kunnen achterhalen. Als iemand het weet hoor ik het graag!
Wow! Het bezoekersaantal voor het blog is zojuist de 10.000 mensen gepasseerd. Erg gaaf! In juli vierde ik nog de eerste verjaardag van mijn blog en nu ben ik voorbij de 10.000 bezoekers. Hartstikke bedankt dat jullie kijken op mijn blog en er op reageren! Het vosje springt van blijdschap een gat in de lucht.
Omdat we nu de 10.000 zijn gepasseerd is het tijd voor een verzoeknummer. Als iemand graag iets wilt weten of juist meer beelden van een bepaald onderwerp wilt zien, laat het weten. En ik kijk wat ik uit de hoge hoed kan toveren.
Als je ook op Facebook zit, like dan mijn pagina zodat je altijd op de hoogte blijft van de laatste updates.
Vandaag heb ik samen met Caroline als een soort CSI door de Amsterdamse waterleidingduinen gestruind om vossen te vinden aan de hand van hun sporen.
Loop je door een duingebied, dan heb je enig geluk nodig om een vos te ontmoeten. Vaak zie je nog net een wit staartpuntje, terwijl het dier vliegensvlug het hazenpad kiest. Ik heb het dan wel over de echt wilde exemplaren, die geen etiket ‘rugzakvos’ hebben en niet zijn overgeschakeld op een dieet van hondenbrokken, brood en sultana.
Vossenspoor
Vos op het spoor
Ben je op zoek naar vossen, dan is het slim om tijdens de wandeling ook eens je blik op de grond te richten. Hier vind je namelijk de meeste aanwijzingen voor de aanwezigheid van deze dieren. Ben je er eenmaal mee bekend, dan kom je een vos letterlijk en figuurlijk al snel op het spoor. De pootafdrukken zijn namelijk eenvoudig te onderscheiden van het spoor van een hond. Trek je een verbindingslijn langs de bovenkant van de buitenste teenkussentjes, dan valt deze achter de voorste twee teenkussentjes. Bij een hond loopt deze lijn juist over deze kussentjes.
Vossen poep
Penetrante afbakening
Vossen zijn van nature schuwe dieren die zich niet snel laten zien, maar je kan het lot natuurlijk wel een handje helpen. Het territorium van de vos bestaat uit een aantal vaste plekken waar hij jaagt, slaapt, drinkt e.d. en deze zijn verbonden door allerlei paadjes. Loop je door zo’n gebied, dan kan je de aanwezigheid van een vos bespeuren doordat het dier uitwerpselen, urine en aangevreten prooien achterlaat. Ruik je een penetrante lucht, dan is de kans groot dat de vos daar recentelijk zijn territorium heeft afgebakend.
Vos met konijn
Wat staat er op het menu?
Vind je uitwerpselen met een ‘puntje’ aan het uiteinde, dan heb je te maken met vossenkeutels en niet met een ordinaire hondendrol. Op het menu van de vos staan vooral konijnen, maar ook vogels, muizen, mollen en bessen. Aan de resten van haren, nagels, veren en zaden in uitwerpselen kan je precies herkennen wat een vos heeft gegeten. Kom je grijs-witte keutels tegen, dan stond er waarschijnlijk konijn op het menu. De grijze kleur wordt veroorzaakt door vermalen botten en onverteerde haren van de prooi. Ook kom je vaak donkere uitwerpselen tegen waarin je de bessen (van de duindoorn) nog ziet zitten. Hele oude keutels zijn vaak wit verkleurd.
Resten van konijn
Vind je botjes en/of haren, dan is de kans groot dat een vos op die plek een vreetfestijn heeft gehouden. Gezien de grote voortanden is op bovenstaande foto (waarschijnlijk) de kaak van een konijn te zien. Vaak eet de vos het voorste deel van het konijn op, waarna hij/zij de restjes als een soort doggy bag voor later begraaft. Op hongerige momenten weet hij dan precies waar hij moet zijn om de winter door te komen.
Uiteindelijk werd het lopen en zoeken beloond en spotten wij een vos op een open stuk in een duinpan. Jammer genoeg was het dier even verrast als wij en was de vogel al snel gevlogen.
Deze blog is in samenwerking met Caroline gemaakt. Zie haar blog voor nog meer foto’s!
Oktober is de maand van de damhertenbronst en de maand waarin ik het meest in het duin te vinden ben. Het deed dus flink pijn toen ik midden oktober in een klaslokaal zat voor een softwarecursus. Voor elke hersencel die zichzelf verrijkt voelde met nieuwe kennis stierven er twee anderen omdat ik niet in de duinen kon liggen. Bang dat ik was dat de bronst in volle gang was terwijl ik op een laptopscherm zat te staren.
De weken voor ik op cursus ging waren rustig verlopen. De herten waren aanwezig en zij vertoonden het gedrag waarnaar ik op zoek was, maar alles was van korte duur en je moest binnen een uur het beeld wel gescoord hebben, want daarna was het over. Met elk bezoek merkte ik dat de herten steeds meer richting de hoogbronst kwamen, maar het was het steeds niet.
Tijdens mijn laatste cursusdagen daalde de temperatuur en wist ik zeker dat het tijd voor de hoogbronst was. De damherten en ik hebben namelijk een ding gemeen; de kou spoort ons aan tot actie.
Zaterdagochtend sprong ik meteen in de auto en ik kreeg de schrik van mijn leven toen ik de parkeerplaats opdraaide. Er stonden gewoon 50 auto’s en het was nog niet eens licht. Zou er gratis koffie worden uitgedeeld, waardoor zoveel gierige Hollanders zo vroeg uit hun bed komen rollen? Maar niets blijkt minder waar en ik had zo’n trek in koffie. Normaal gesproken vind 80% van de natuurfotografen het damhert geen wild. Te klein, stippen horen niet bij een volwassen hert en eigenlijk moeten ze achter een hek op de kinderboerderij. Maar 2011 is blijkbaar het jaar van het damhert. Ik had nog nooit zoveel auto’s en mensen gezien tijdens de bronst. Nu heb ik afgelopen weekend geleerd dat er tegenwoordig ongeveer 400.000 mensen zijn die “iets” doen met natuurfotografie, dus eigenlijk mag ik nog blij zijn met die 50 auto’s.
De twijfel sloeg meteen toe. Ga ik naar de geijkte plek of wijk ik af en ga ik op zoek in de vrije wildbaan van de duinen. Ik heb het vaker gedaan, maar de resultaten waren tot nu toe minder. Ik had in de afgelopen periode al veel werk gestoken in het volgen van bepaalde herten enhet bezoeken van locaties en ik wilde nu de plaatjes scoren die in mijn hoofd zaten. Maar zou het werken met de aanwezigheid van al die mensen?
Ik gokte er uiteindelijk op en hoopte maar op het beste. Soms wist ik niet wat ik zag, 10-15 man die in colonne rond liep of uit het bos kwam zetten waar het lek zich bevond.
Ik vind het niet erg om samen met iemand op pad te zijn en ik heb uren samen met Peter en Colinda op dezelfde vierkante meters gestaan, maar met 10 man om een hert heen staan is niet mijn ding.
Fotograferen zij nou het hert of mij?
Tweemaal ben ik zelf naar het lek gegaan. Het lek is het domein van de meest dominante en vruchtbare mannetjes en dus ook de plek waar het meest gevochten en gepaard wordt. Hoewel het paren door de drukte van bezoekers niet vaak gezien word, had ik dit jaar mazzel. Een van de mannetjes had zo veel pech dat ik hem wel 30 keer op een vrouwtje heb zien klimmen, scoren deed hij niet, maar de foto’s werden er niet minder grafisch van.
Omdat er zoveel mensen het lek in gaan, vermijd ik het zelf vaak. Ik stoor me te veel aan anderen. Sommigen moeten hun compact in het neusgat van een hert duwen, anderen vinden het nodig om met fel blauwe of rode jassen in je achtergrond te gaan staan en mijn persoonlijke favoriet is nog wel de flitsbrigade die licht in de duisternis van het bos willen brengen.
Soms heb je mazzel en is het verbazingwekkend stil in het lek. Mijn favoriete moment. Rustig tegen een boom gaan zitten op een nette afstand en wachten tot de vrouwtjes het lek in komen. Vaak gebruik ik de camera dan niet eens. De schichtige bewegingen van de vrouwtjes zijn niet vast te leggen in een beeld. Laat staan hoe het geluidsniveau van de heren toeneemt als de vrouwtjes in de buurt komen. Soms loop je dan tegen de beperking van de fotografie aan. Op zo’n moment moet je gewoon genieten en niet eens door de lens kijken maar met je eigen ogen.
Hieronder een kleine selectie van de foto’s die ik gemaakt heb. Op een ochtend vroeg een bekende of ik nog niet genoeg foto’s had gemaakt, zo vaak zag ze mij daar. Nu heb ik speciaal voor jou mijn foto’s geteld, ik ben uitgekomen op ongeveer 2876 foto’s die ik op mijn pc heb gezet en daarvan moet ik zeker nog 1/3 gaan bekijken, de rest is al gewist. En zelfs met die 2876 foto’s heb ik niet genoeg. Ik mis nog steeds bepaalde beelden, dus volgend jaar ben ik er weer, zo vaak als ik maar kan!
Krachtmeting
Damhert schuurt over een boom om geur achter te laten.
Een van de oude heren burlt.
Paring tijdens de bronst.
Krachtmeting tussen jong en oud.
Zoals jullie al konden lezen liep ik niet alleen door het bos voor de damherten, ik had Peter en Colinda al genoemd, maar neem ook een kijkje bij Roeselien en Loes beiden hebben ook prachtige platen geschoten.
Wat kwam de damherten bronst langzaam op gang dit jaar. Pas toen oktober eindelijk wat koude nachten bracht, kregen de herten het op hun heupen en begon de bronst pas echt. Blijkbaar houd ik niet alleen van een frisse ochtend. Jammer genoeg heb ik er niet veel van kunnen meemaken, maar de paar ochtenden die ik had waren wel super.
Van het weekend was ik ’s avonds nog even wezen kijken hoe het met de heren en dames ging. Ik had al gehoord dat de activiteit flink was afgenomen. Bij het gebied aangekomen was er geen burl meer te horen en een blik in het bos gaf alleen maar plat liggende herten. Bij een mannetje ben ik op mijn buik dichterbij gekropen. Hij was zo moe dat het hem allemaal niks kon deren.
Snel wat foto’s gemaakt en weer langzaam op de buik achteruit. Van hem had ik best langer mogen blijven liggen, maar die doordringende lucht van de bronstkuil vond ik wel weer genoeg.
Binnenkort een vol blog over de damherten bronst. En voor de mensen die zich afvragen wat een bronstkuil is: de kuil wordt gegraven door de herten met hun hoeven en gewei waarna daarin wordt geplast. De herten gaan hier vervolgens in liggen zodat het natte zand in de vacht komt en zij een sterke geur hebben om de dames mee te lokken.
Paparazzi? Gaat Peter nu opeens achter BN’ers aanlopen? Nee dat nog (net) niet, maar af en toe voel ik me wel een paparazzi als ik weer eens op de meest belopen vierkante kilometer van de Amsterdamse waterleidingduinen kom. Ik ken geen plek, op de parkeerplek na, waar de dichtheid van mensen zo groot is.
Rode vos op duintop
Hoewel mensen en vossen van nature een zeer slechte band hebben, zijn de vossen van de Amsterdamse waterleidingduinen toch wel een zeer geliefd onderwerp voor fotografen en niet alleen voor ons Hollanders. Het afgelopen jaar zijn er Duitsers, Zwitsers, Italianen, Belgen en Engelsen langs gekomen voor ‘onze’ vossen. Ik krap mezelf al achter de oren als ik hoor dat mensen twee uur rijden om foto’s te maken van de lokale beroemdheden, laat staan dat je er grenzen voor oversteekt. Je zal ze maar treffen in een humeurige bui. Sta je op om 4 uur, wacht je een godgansedag op niks en ben je uit verveling op de hondenbrokken gaan kauwen waarvan je hoopte dat ze dezelfde foto’s zouden opleveren als de velen die je al op internet had gezien. Rare hobby hebben wij toch.
Rode vos
Eerlijk is eerijk, ik doe even hard mee. Ik weet niet hoeveel gb’s aan vossenfoto’s ik ondertussen wel niet heb en ik ga ze niet tellen. Ik ben gewoon verslaafd aan deze vossenfamilie. Sinds de dag dat ik de oude rekel tegenkwam was ik verkocht. Ik lag uren (in werkelijkheid waarschijnlijk 10min) in de sneeuw, had een kaartje volgeschoten, mijn broek was zeiknat, maar wat was ik gelukkig. Ik ben er vaak geweest sinds die eerste winter en sindsdien zag ik de familie elk jaar groeien.
Mijn eerste vossenfoto
We hebben zo onze dagen gehad, soms kwam het moertje naast mij liggen en ging zij liggen dutten in de avondzon en op andere dagen kwam ze totaal niet opdagen. Ik ben door sneeuwbuien gelopen die zo heftig waren dat ik mijn eigen voetsporen niet meer zag op de terugweg voor maar twee foto’s van haar op een duintop. Beiden heb ik in de prullenbak gegooid. Maar op andere dagen maakte zij het meer dan goed en stond ze elke keer perfect voor me of zoogde ze haar jongen recht voor mijn neus.
Zogende rode vos
Ook de rekel had zijn buien. Ik heb ooit 2 uur in de stromende regen zitten wachten op hem, pas toen de regen afnam kwam hij naar me toe en keek me aan met een blik in zijn ogen die maar een ding zei: “zoek toch hulp jongen”.