Vogels met stropdasjes

Koolmees (Parus major) in appelboom
Koolmees (Parus major) in appelboom

Biep, biep! Het vervelende elektronische signaal voor de start van de veertigurige werkweek

klinkt ’s ochtends schel in mijn oren. Ik druk de roep van mijn baas weg en de rust keert terug. Het melodische titituu van de koolmees vult mijn slaapkamer. Deze vrolijke zanger met zwarte ‘stropdas’ is misschien wel het bekendste vogeltje van Nederland. Met circa 600.000 paartjes in ons land, zijn er in de meeste tuinen altijd wel koolmeesjes te vinden. Zelfs op balkons van torenhoge flats bouwen zij hun liefdesnestjes.

Koolmees (Parus major) verlaat nestkast op balkon flat.
Koolmees (Parus major) verlaat nestkast op balkon flat.

Voordat ik trotse bezitter van een tuin werd, hing er een nestkast op zeven hoog aan het balkon. Hoewel het balkon slechts een paar planten telde, maakten de koolmezen elk jaar een nestje en één keer waren de pimpelmezen hen te snel af. In ons land zijn er veel te weinig boomholten voor al die nestelde meesjes; nestkasten vinden daarom gretig aftrek. Ondanks mijn beste bedoelingen om ook in de tuin een kastje bewoont te krijgen, bleek deze niet interessant genoeg voor een mezenpaar. Wel bleven de koolmezen ons elk dag bezoeken om hun hongerige maag te stillen. Blijkbaar bood een naburige tuin wel een geschikt onderkomen.

Koolmees (Parus major) op buxus
Koolmees (Parus major) op buxus

In de mezenwereld heeft het mannetje de belangrijke taak om een nestlocatie uit te kiezen. Het vrouwtje speelt voor interieurstyliste en vult het nest met mos en haren. De eitjes legt zij verspreid over meerdere dagen, maar het broeden begint pas als de leg compleet is. Koolmezen hebben één of twee nestjes per jaar met 8 tot 15 eieren. In sommige jaren beginnen de mezen met meerdere broedsels, maar zij brengen altijd maar één nest jongen groot. Het ouderpaar laat soms een nest in de steek om onder betere omstandigheden op een andere plek opnieuw te beginnen. Zie je verse snavelmarkeringen bij de opening van een nestkastje, dan weet je dat deze in gebruik is. Toen ik op een ochtend mijn fiets pakte, stond ik letterlijk in een wolk van mezen. Het bleek een gezin van ouders met hun uitgevlogen jongen. Misschien brachten zij een bezoek aan de tuin als dank voor al dat voedsel; zo interpreteerde ik het tenminste. Acht vogeltjes dartelden om mij heen en hopten van struik naar struik. Ik heb hen dan misschien geen onderdak geboden, maar zij konden wel dankzij mij hun buikje rond eten.

Koolmees (Parus major) in appelboom
Koolmees (Parus major) in appelboom

Om een nestje groot te brengen moeten pa en ma koolmees maar liefst 15.000 insecten aanvoeren en 3000km vliegen. Jammer genoeg zullen de ouders niet al hun kroost zien opgroeien. De meeste jonge vogels gaan al vroeg dood; zij vallen ten prooi aan katten, eksters, kraaien en roofvogels. Moeder natuur is ongenadig. Daarom telt een nestje veel eieren en vliegen er hopelijk veel meesjes uit. Elk paartje heeft de belangrijke taak om met een nieuw nestje voor nageslacht te zorgen. Een gemiddelde mees wordt namelijk niet ouder dan 1 jaar. In hun korte leventje zijn eeuwige trouw en monogamie dus geen enkel probleem.

Hopelijk gaat mijn mezenfamilie het redden en gebruiken zij volgend jaar wel één van mijn nestkasten. Het geluid van piepende jonge mezen op de vroege ochtend is een heerlijke manier om wakker te worden.

Foto van de maand – April 2014

Koolmees (Parus major) in appelboom met bloesem
Koolmees (Parus major) in appelboom met bloesem

In mijn vorige bericht liet ik al weten dat ik tegenwoordig ook mijn achtertuin gebruik voor natuurfotografie. En ik vind het dan ook wel passend dat de foto van de maand April dan ook uit onze achtertuin komt.
Sinds we het huis hebben en de temperatuur een aangename vorm aanneemt rotzooi ik ook wat in onze tuin. Wie mij op Twitter volgt ziet af en toe ook wat tuinfoto’s langskomen. Meneer merel en de mezen vergezellen mij elke keer als ik hier en daar wat snoei of plant.

We hebben een kleine appelboom in de tuin staan met daarachter een Japanse esdoorn. Combineer ik dat nog even met een dicht begroeide klimmer tegen de schuurmuur die geel kleurt, dan heb je bovenstaande foto. Hoewel ik natuurlijk druk aan het klussen was de afgelopen maanden droomde ik af en toe een beetje weg naar een foto met bloesem erin. Ook al sta je met een kwast in je handen, je blijft toch ook een beetje een fotograaf.
Na wat probeer-uurtjes in de tuin had ik al snel deze hoek gevonden. Een erg fijne achtergrond, maar de vogel moet wel precies op die tak landen. Je hebt dan twee opties. Aangezien de tuin toch nog gesnoeid moest worden, kon ik van de appelboom meteen een enkeltaks leiboom maken of wat avonden na werk geduldig op een tuinstoel gaan zitten.

Ik koos voor het laatste, vulde de voerkolom en richtte mijn lens op de tak. Natuurlijk landde elke mees op een andere tak. Alleen de dikke tortelduif moest precies op die plek landen en meteen heel mijn beeld vullen. Nu heb ik geen moeite met een Rubensvrouw, maar in dit geval zocht ik meer een bikinimodel zodat de bloesem ook nog opviel in de foto. Gelukkig lukte het net voordat de bloesem uitviel en had mijn geduld het gewenste effect.